In Vlaanderen woedt al enige tijd een discussie over een eigen historische canon. Daarbij wordt het overkoepelende kader niet gezocht in de Belgische staat maar in de Vlaamse geschiedenis. Die niet alleen wortels heeft die verder terug reiken in het verleden, maar die in de huidige politieke situatie - met België als federale koepel - ook door velen als aansprekender en betekenisvoller wordt beschouwd. Niet zelden wordt geschiedenis gezien als het belangrijkste ingrediënt voor de hedendaagse identiteit van de Vlaming, waarbij soms te gemakkelijk wordt verondersteld dat er sprake is van eeuwenoude onveranderlijke Vlaamse karakteristieken waarop Vlaamse nationalisten hun conservatieve ideologie baseren.
Ondanks deze commotie, van zowel politieke als academische aard, zond de Vlaamse omroep VRT dit jaar de tiendelige serie Het verhaal van Vlaanderen uit. Waarin de kijker met Tom Waes een reis in de tijd maakte van prehistorie tot de 21e eeuw. Die serie werd begeleid door onder meer twee stripboeken. Een gezamenlijke creatie van geschiedenisdocent (en bekend anglofiel) Harry De Paepe en stripmaker Frodo De Decker.
Zij richten zich op 'de geschiedenis van het grondgebied dat we vandaag Vlaanderen noemen' en lijken zodoende enige afstand in acht te nemen van klakkeloze vereenzelviging met vorige generaties in dat gebied. Al prijkt de fiere Vlaamse leeuw (ontstaan in de Middeleeuwen) nadrukkelijk op de cover van het eerste deel.
Met enige humor en fantasie verbinden de auteurs de hoofdlijnen van 36.000 jaar geschiedenis op kleurrijke en toegankelijke wijze met individuele ervaringen. De geschiedenis wordt hier met een knipoog geschreven, maar oogt iets serieuzer dan de Nederlandse reeks Van nul tot nu. De Paepe en De Decker maken duidelijk dat het raden is naar de taal van de homo sapiens, maar geven er toch een eigen invulling aan. Er wordt een knipoog naar Asterix gemaakt en enkele landkaarten verhelderen de geografische context. De adel eist relatief veel aandacht op, maar er is ook aandacht voor de middeleeuwse ambachtslieden in Brugge die in 1302 wraak nemen op de stedelijke elite. Geweld wordt daarbij niet verdoezeld. Hoewel vrouwelijke personages niet ontbreken spelen mannen vaak de hoofdrol.
In het tweede deel is oog voor koloniale misstanden in Congo. De Eerste Wereldoorlog wordt terecht als drama neergezet maar met nuance; het cliché van Vlaamse soldaten die niet serieus worden genomen door Waalse officieren is vermeden. In de Tweede Wereldoorlog krijgen zowel collaboratie als Jodenvervolging aandacht, zij het summier. Het sociaal-culturele vizier op de naoorlogse periode biedt ruimte voor de multiculturele samenleving en homoseksualiteit. Al met al geen onaardige introductie in de geschiedenis.