Een jonge vrouw verdwijnt uit een toeristenhotel op een tropisch eiland. Kapitein Aja Purvi van de plaatselijke gendarmerie houdt de echtgenoot verantwoordelijk. Het hotelpersoneel zag hem rijden met een linnenwagen en er werd bloed gevonden in de overhoopgehaalde hotelkamer. Vader Martial trekt zijn eigen plan en gaat samen met zijn dochtertje Sofia van zes jaar zelf op zoek naar zijn verdwenen vrouw Liane. Hij neemt de benen en duikt onder. De politie zet de jacht in met zwaar materieel. Maar Martial is niet toevallig op dit vakantie-eiland, hij groeide er op en op een nabijgelegen eiland woont zijn ex. De man op de vlucht maakt handig gebruik van zijn omgevingskennis en zet de speurders met gemak op een verkeerd spoor. Of de toerist ontvoerd is, dood is of nog leeft, is dan nog niet duidelijk.
Langzaam ontwikkelt zich een thriller over schuld en boete. Het decor is het Franse eiland Réunion dat aan de Afrikaanse oostkust naast Madagascar ligt. Het vulkanische eiland biedt voldoende variatie in landschap om een geloofwaardige speurtocht op te zetten.
Laat mijn hand niet los is de tweede keer dat tekenaar Didier Cassegrain en scenarist Frédéric Duval een misdaadroman van bestsellerauteur Michel Bussi als uitgangspunt nemen. Zwarte waterlelies, over drie vrouwen die het dorp van de vijvers van Monet willen ontvluchten, namen ze eerder onderhanden. Dat werd een groot succes. De tekeningen van Cassegrain zijn vrij realistisch. Hij tekent dit verhaal, een psychologisch drama, met vooral sprekende hoofden, handen en wilde haren. Kapitein Purvi en haar anarchistische assistent Christos Konstantinos zoeken lang tevergeefs naar Martial en zijn dochter. Getuigen hebben eigen belangen en haar baas en concullega’s nemen haar niet serieus en zijn eerder een last dan steun. Er vallen doden, ook onder de good guys, maar uiteindelijk volgt een afrekening met de kwade genius.