Eeuwenlang hebben de Fransen en Duitsers elkaar naar het leven gestaan in langdurige bloederige conflicten. Maar sinds Kohl en Mitterand in 1984 hand in hand de wapenstilstand herdachten in Verdun lijkt de lucht wat geklaard. Een nieuw hoogtepunt in deze reconciliatie is de samenwerking tussen Olivier Dauger (F. 1967) en Benjamin von Eckartsberg (D. 1970), met als resultaat de oorlogsstrip Tuskegee Ghost. Deze titel verwijst klaarblijkelijk niet naar een Duitse pantserdivisie of een Frans infanterieregiment. Het decor van de strip is wel de Tweede Wereldoorlog in Europa, maar vanuit Amerikaans perspectief; meer specifiek vanuit Afro-Amerikaans perspectief. De goed-en-kwaad-kwestie wordt zodanig niet uitgespeeld over de ruggen van joodse Europeanen, maar gerelateerd aan de rassenscheiding in de Verenigde Staten.
De Tuskegee Airmen was een regiment zwarte piloten in de Amerikaanse luchtmacht. Bijzonder omdat Afro-Amerikanen als inferieur werden beschouwd en dus geen gevechtshandelingen mochten uitoefenen. Alle zwarte mannen die dienst namen werden ingedeeld bij de onbewapende quartermaster service companies (QMSC). Het Tuskegee-squadron speelde vanaf 1942 evenwel een belangrijke rol bij de geallieerde invasie van Italië.
Het (tweedelige) album kent twee verhaallijnen: de traumatische belevenissen van een Tuskegee-piloot in de oorlogsjaren en de loopbaan van zijn zoon als aankomend piloot gesitueerd in het Alabama en Florida van eind jaren zestig. Dat de segregatie in die jaren nog lang niet voorbij was moge duidelijk zijn en wordt (enigszins clichématig) meermaals benadrukt. Het einde van deel één is nogal abrupt.
Dit verhaal past natuurlijk uitstekend in het huidige woke-tijdperk en vaart mee op de golven van inclusiviteit, slavernijverleden en antiracisme-campagnes. Het is wel jammer dat de focus louter historisch is en dat er geen link met de actualiteit wordt gelegd. Het is immers niet zo dat segregatie in de VS iets uit het verleden is, helaas. Vermeldenswaard is verder nog de schitterende verbeelding van met name de Amerikaanse sixties. Dauger boogt op een lange ervaring als reclametekenaar en leeft zich lekker uit in de scènes met automobielen, jachtvliegtuigen, diners en benzinestations. Helaas eveneens vermeldenswaard is de somtijds beroerde vertaling van de teksten. Blijkbaar weer een sluitpost bij de uitgeverij.