In het rijk van de macho koning Maurice I zijn de huwbare dames uit de hogere klassen dol op een avontuurtje met de de jonge Celestin, dichter, charmeur en tafelschuimer. aar trouwen met hem, ho maar, terwijl dat juist de grootste wens is van de dromerige schavuit, die weliswaar na zijn geboorte te vondeling werd gelegd maar er zelf van overtuigd is dat hij afkomstig is uit en thuishoort bij de hogere klasse.
De wereld van luxe en adeldom, het paleisleven, daar wil de gevoelige Celestin via een huwelijk met een adellijke dame terechtkomen. Hij praat er onder een of meer biertjes tot vervelens toe over met zijn beste vriend Frissot, een rebelse artiest met revolutionaire ideeën, die hem aanraadt om zijn ijdele dromen maar opzij te zetten en zijn pijlen eerder te richten op Astrid, de aantrekkelijke medewerkster in de herberg.
Als hij op de vlucht voor de wraakzuchtige vader van een van zijn laatste veroveringen van een brug springt, belandt Celestin in de koninklijke galei van prinses Primpinula, dochter van de koning. Dat bepaalt zijn nieuwe doel: trouwen met de prinses en koning worden. Aanvankelijk reageert Primpinula nogal afwijkend op zijn door de maan geïnspireerde dichterlijke strijkages. Zij is meer geïnteresseerd in kerels zoals haar vader Maurice en heeft haar buik vol van geparfumeerde markiesjes met hun kippenlijfjes die naar haar hand dingen. Toch nodigt zij Celestin uit voor de komende lentespelen, dan kan hij tonen dat hij ook zijn mannetje staat.
In de aanloop naar het grootse volksfestijn wordt duidelijk dat het in het koninkrijk rommelt. Gysmonde, de kwaadaardige zus van de nogal onnozele koning, is uit op de macht, er wordt een revolutie voorbereid om een eind aan de monarchie te maken en de gifmengster Jamine draagt haar steentje bij aan de onrust met haar magische drankjes voor diverse partijen. Door ingrijpen van Celestin verloopt de revolutie uiteindelijk geweldloos, wordt Gysmonde onschadelijk gemaakt en vindt de tot held uitgeroepen vondeling zijn ware plaats.
Celestin de maneslikker van scenarist Wilfrid Lupano (Krasse knarren, Alim de Leerlooier) en tekenaar Yannick Corboz is een verrukkelijk romantisch-revolutionair vertelsel, met veel vaart wondermooi in beeld gebracht.