Vanaf 2020 verscheen in eigen beheer de Engelstalige stripserie Molo Uku. Legacy of a Golden Era waarin de Moluks-Nederlandse auteur Erno Pickee en de Indonesische tekenaar Harits Farhan het optreden van de VOC vanuit het Molukse perspectief in beeld brachten om dit perspectief deel te laten worden van 'main stream Dutch history'. De strip vertelt een fictief verhaal over een Molukse eilandengroep waar op een dag het eerste VOC-schip onder leiding van de verraderlijke kapitein De Vries aankomt. De Nederlanders worden vriendschappelijk onthaald door de inheemse bevolking, maar na hun vertrek komen ze terug met een VOC-leger dat dood en verderf zaait. Twee jonge broers ontsnappen en ontwikkelen zich met een meisje tot leiders van het Molukse verzet. Onder leiding van De Vries onderwerpen de Nederlanders de eilanden en gebruiken de 'inlanders' als slaven bij de bouw van forten en de verwerking van kruidnagels.
Lezers die zich afvragen waarom de Nederlanders zo wreed zijn, krijgen een antwoord in deel 3 waarin De Vries wordt voorgesteld als redder van zijn vaderland: 'The leading statesman sees me as the last solution to get out of this situation.' Door het vestigen van een Nederlands specerijenmonopolie in de Molukken moet De Vries de rijkdom afpakken van de Spanjaarden en zo Nederland rijk maken om de oorlog tegen Spanje te winnen. Zo vereenvoudigde Pickee de complexe vroege VOC-geschiedenis tot een relatief eenvoudig verhaal, waarin De Vries het VOC-bestuur in Azië personifieert.
In 2024 verscheen een ingrijpend herziene Nederlandstalige versie van deel 1: Molo Uku: Erfenis van de Gouden Eeuw. Hierin ontbreken de expliciet getekende gewelddadigheden uit de Engelse versie, terwijl de traditionele Molukse cultuur en samenleving uitgebreider, nog idyllischer en in een bredere context in beeld zijn gebracht: 'Waar vreugde de lucht vult, omarmen de mensen elkaar met een glimlach, omhelsd door de weelde van de natuur. Al honderden jaren is dit land een ongerept paradijs.' De oude verhaallijn wordt in essentie gevolgd, maar nieuw is dat De Vries en zijn mannen zich na hun aankomst voordoen als nederige antropologen. Als chief Matai zegt: 'Ik neem aan dat u een handelaar bent, net zoals alle anderen voor u', antwoordt De Vries: 'Wij zijn niet zozeer op zoek naar handel, maar naar wijsheid.' De Vries palmt de Molukkers in door zijn mannen een door een vulkaanuitbarsting verwoest dorp te laten herbouwen. Deel 1 eindigt als De Vries in het geheim een zwaarbewapend leger in gereedheid heeft gebracht.
Over de serie schreef de Molukse Nederlander Miguel Solisa: 'Als kind leerde ik alles over de gloriedagen van de Nederlandse 'Gouden Eeuw'. Ik zocht naar overeenkomsten met de geschiedenis zoals ik die kende. Het perspectief van de lokale mensen, mijn mensen... In Molo Uku vechten trotse vrouwen, mannen en kinderen voor hun heilige landen. Eindelijk een boek dat de Gouden Eeuw projecteert, zoals wij die echt kennen. Dank je wel voor het geven van een geschiedenisles aan onze volgende generaties waarin we ons kunnen vinden.'
Pickee heeft in beide versies met veel fantasie zijn interpretatie van de geschiedenis in een geromantiseerd stripverhaal verwerkt om het belang van de Molukken voor de Nederlandse geschiedenis onder de aandacht te brengen. Dat is een loffelijk streven. Maar in een tekst achterin deel 3 van de Engelse versie wekt hij de indruk dat zijn interpretatie klopt met de historische werkelijkheid. Dat is niet zo en dat geldt ook voor het nieuwe deel. Nu zullen weinig lezers zich hier druk om maken en dat hoeft ook niet. Ze kunnen een uitspraak op de achterkant als disclaimer opvatten: 'This story (...) isn't pretty and it isn't the truth, because reality is far worse.'