Een Kennedy moest de eerste katholieke president van de Verenigde Staten worden. Dan was de missie van Joe Kennedy sr. geslaagd. Zijn eigen kansen had de miljardair verspeeld door in de jaren dertig, als ambassadeur in Engeland, voor appeasement en niet voor confrontatie met Hitler te kiezen. Daarom zette hij zijn kaarten op zijn oudste zoon Joe jr. Die was kneedbaarder en minder eigenzinnig dan de iets jongere Johtzgerald (Jack). Maar Joe jr. sneuvelde kort voor het eind van de oorlog, tijdens een geheime missie als piloot naar Duitsland. Jack had bij de marine gediend in de strijd tegen Japan en hij kende Europa. Zowel in de jaren dertig als na het eind van de Tweede Wereldoorlog bezocht hij Duitsland en Engeland. Ook onderhield hij contacten met leidinggevende Amerikaanse politici en militairen. Door publicaties van met de familie bevriende journalisten zagen de Amerikaanse kiezers hem als oorlogsheld. Dat hij ziekelijk was, bleef een familiegeheim. Net als zijn eeuwige jacht op vrouwen.
In klare lijn en heldere taal concentreren Erik Varekamp en Mick Peet zich in dit vierde deel van de Kennedy Files op de broers Joe jr. en Jack. Fantasie? Niet helemaal. Net als in de vorige delen is het een interpretatie gebaseerd op een, met historische documenten ondersteund, verhaal van Kennedy-kenner Nigel Hamilton.