In zijn cartoons is Peter van Straaten de man van de snelle en vaak meedogenloze observatie. Zijn platen zijn oneliners. In zijn bekende strip Vader & zoon toonde hij zijn andere, meer begrijpende en breedsprakige kant. De stroken van de dagelijkse krantenstrip zijn niet alleen op papier, maar ook in de verhaallijn meer uitgerekt. Toch lijkt ook daar, net als in zijn cartoons, de tijd stil te staan. Van enige echte ontwikkeling van de karakters is geen sprake. In de bijna twintig jaren dat de strip verscheen - van 1970 tot 1987 - bleven vader en zoon gevangen in dezelfde rolpatronen. Zoals dat overigens ook hoort bij een permanent generatieconflict, het thema van de serie. We kunnen dat conflict nu opnieuw beleven. Liefst 501 stroken zijn namelijk onlangs door uitgeverij De Harmonie samengebundeld in een dik boekwerk in oblong-formaat. Het generatieconflict was het product van de 'eindeloze jaren zestig', zoals de historicus Hans Righart de periode van de 'culturele revolutie' typeerde. Die begonnen zo'n beetje in 1964 en leken voor veel van de betrokkenen nooit meer op te houden. Van die tijd bestrijkt Van Straatens strip de lange nasleep: de jaren zeventig en een stuk van de jaren tachtig. Als je De dikke vader & zoon doorbladert, blijkt dat woordje 'eindeloos' wel heel toepasselijk. Veel voortgang zit er zeker niet in het leven van de vader op middelbare leeftijd en de eeuwige student die zijn zoon is. Hun gespreksstof blijft hetzelfde: eindeloos gemopper over het late opstaan van de zoon, over de demonstraties die hij organiseert, over de meisjes die hij in huis haalt, en over de krakkemikkige vogelhuisjes die hij elk voorjaar in de tuin opbouwt. Eindeloos is ook het geklets over relatieproblemen. Maar, leuk blijft het wel. Het aantrekkelijke van de strip ligt, afgezien van de trefzekere tekeningen, ongetwijfeld in de begripsvolle manier waarop Van Straten zijn onderwerp benaderde. Geboren in 1934 en dus zelf in leeftijd halverwege de generatie van de opstandige baby boomers en die van hun ouders, kon hij onpartijdig zijn. Zijn vader en zoon zijn in al hun onbeholpenheid beiden even sympathiek. Van Straaten koos voor zijn strip ook het geschikte toneel. Hij liet die andere, vergeten kant zien van de culturele revolutie: het dagelijks leven thuis - het strijdtoneel van de dagelijkse botsingen tussen ouders en hun kinderen die beide worden geplaagd door het moderne verschijnsel van de verlengde puberteit. Van Straaten beschreef het afstandelijk als het script van een toneelstukje waarvan de rollen door de betrokkenen bijna plichtmatig worden ingevuld. Die verlengde puberteit is er nog steeds. Maar, is de strip daarom ook nog steeds actueel, zoals de aanbeveling op de achterflap van het boek luidt? De sfeer van de tekeningen en dialogen is voor hedendaagse ouders en hun kinderen zeker niet langer herkenbaar. In zijn tijd was de serie uiterst populair. In 1974 werd er door de Avro zelfs nog een televisieserie van gemaakt - Guus Hermus en Gees Linnebank speelden de hoofdrollen. Intussen is de tijdgeest toch aanzienlijk veranderd. De cultureel-politieke uitingen van de jaren zestig waren na vijftien jaar wel zo'n beetje verdwenen. In het gezinsleven is de erfenis van de jaren zestig -inclusief het generatieconflict -een gewoon deel van het alledaagse leven geworden. De scherpe kantjes en het onbegrip zijn er vanaf. Aan die relativering heeft Van Straaten zeker bijgedragen. De stereotypen en hun strijdvragen zijn echter veranderd. Net als de Kronkels van zijn grote inspiratiebron Simon Carmiggelt laat Van Straatens strip zich nu lezen als een commentaar op een verdwenen tijd. Een mooi commentaar, dat zeker.