Aan tekstschrijvers is Lewis Trondheim de laatste tijd weinig geld schuldig. Na Mister O en Mister I brengt hij met de bundel Buitenaards opnieuw een tekstloze strip uit. Hoewel, tekstloos? De opgevoerde wezentjes communiceren wel met elkaar, maar de tekstballonnetjes lezen... dat is er niet bij. Trondheim houdt het bij vierkantjes, kruisjes en andere symbolen die hij als taal gebruikt. Buitenaards is een verzameling van negen verhaaltjes van verschillende lengte. De hoofdpersonages zijn bollige, afgeronde figuren, afwisselend voorzien van armen, benen of een veelvoud aan ogen. Op het omslag pronkt de meest bizarre versie: een uit twee delen bestaand hoofd - bijeen gehouden door een soort tong - op voetjes.
De verhaaltjes lijken een vorm van onschuld uit te stralen door de knuffelachtige personages, maar bevatten diverse gewelddadige scènes. Het is dit contrast dat samen met de inkleuring - Trondheim gebruikt veel zachte pasteltinten - zorgt voor een curieus album. Het is ook niet duidelijk met welk doel die wezens in het leven staan. De abrupte eindes geven je ook weinig houvast.
Trondheim lijkt er enig genoegen in te scheppen de figuren meedogenloos te laten afslachten of op een andere manier ten onder te laten gaan. Waren het bij de heren O en I complete ontploffingen of uiteengescheurde figuren; in Buitenaards laat hij ze meerdere malen neerknuppelen, bij voorkeur door 'vrienden' die zich niet willen verraden ten overstaan van de groep. Aan het eind van het boekje raken meerdere figuren letterlijk in de shit. Een blauw varkentje met dikke roze lippen is een constant lopende poepmachine die inmiddels zoveel bruine smurrie heeft geproduceerd dat huizen en straten volledig onderlopen. Vertwijfeld zien we een eenzaam lila bolletje met benen en gele oogjes op een rotsblok achterblijven, omringd door een zee van poep. Gelukkig is het allemaal maar buitenaards...