Een realistische setting spelend in het interbellum. In voorliggend album zijn drie episoden opgenomen uit het leven van de hoofdpersoon, een anti-held die voortdurend tegen de keer ingaat. In de eerste episode wordt teruggekeken op zijn tevergeefse gedrevenheid om een carrière op te bouwen als piloot. Tijdens de oorlog van 1914-1918 onderscheidt hij zich boven vijandelijk gebied. De flashbacks op die jaren - zijn neerstorten, zijn terugtocht via de met lijken bedekte loopgraven en de door de dood in de kiem gesmoorde vriendschap met een Duitse soldaat - lopen als een rode draad door het eerste verhaal. Hierin herstelt de hoofdpersoon van een crash met zijn vliegtuig op het platteland van een van de zuidelijke staten van de Verenigde Staten, waar de Ku Klux Klan veel aanhangers heeft. Ook in de volgende fasen van zijn leven blijft het onheil hem achtervolgen. Getekend door zijn ervaringen laat hij zich niet meeslepen in de rivier van het bestaan. Hij blijft een voorbijganger, een toeschouwer. Of het nu gaat om contacten met de indiaanse rituelen en de wereld van hun geesten of de onduidelijke handel van een rijke oom in New York tijdens de drooglegging, de man kijkt toe en handelt bijna instinctmatig. De feiten in de verhalen van Lorenzo F. Díaz vertonen weinig samenhang; de overgangen zijn te abrupt en de karakters zijn van een treurig stemmende armoede. Dreigt een verhaal net leuk te worden dan overkomt de hoofdpersoon weer zoveel rampspoed dat het naar overdrijving neigt. Door het veelvuldig gebruikmaken van sfeerscènes en het zinvol gebruiken van bepaalde kleuren weet tekenaar Carlos Puerta, die werkt in een schetsmatig realistische stijl, het album deels te redden.