Ruim 150 Nederlandse titels verschenen er van Gérard de Villiers' spionagereeks SAS. De Villiers bouwde zijn verhalen veelal op rondom actuele internationale conflicten zoals smokkelpraktijken en terrorisme. Vaste hoofdrolspeler in de serie is Zijne Doorluchtige Hoogheid prins Malko Linge die ook wel als het Franse antwoord op James Bond van schrijver Ian Fleming werd gezien. Linge, freelance in dienst bij de CIA ter bekostiging van de bouwwerkzaamheden aan zijn kasteel, wordt door de Amerikaanse inlichtingendienst ingezet voor klussen over de hele wereld. De gelikte, in maatpak stekende en diverse talen sprekende Linge belandt in dit eerste deel in Belgrado, waar hij wordt ingezet om de voortvluchtige Servische crimineel Lukovic aan te houden, desnoods te elimineren. In het vrij gewelddadige verhaal, komt de geheimagent zelf overigens maar twee keer in een vuurgevecht terecht; één keer succesvol en één keer heeft hij de hulp van een kogelvrij vest nodig om weer op te staan. Meer tijd is hij kwijt aan de voor het verhaal volstrekt overbodige en nutteloos in beeld gebrachte seksscènes. Volstrekt willekeurig penetreert hij her en der wat voorbij huppelende contactpersonen die hem gretig kreunend een even willekeurige opening aanbieden.
Tekstschrijver Umberto Ciance had er beter aan gedaan deze scènes uit het verhaal te schrappen en zich meer te richten op een iets beter uitgewerkte karakteropzet. Andrea Mutti, de tekenaar, is niet op zijn best als hij gezichten tekent en vult zijn handwerk met de nodige computerondersteuning aan. Het geeft het geheel een goedkope uitstraling. Ondanks dat veel spionageliefhebbers de oorspronkelijke reeks aanbidden, moet worden gevreesd voor het uitblijven van grootschalig succes.