De wereld van Franquin geeft een breed overzicht van het oeuvre van André Franquin. Van Guust tot Roeltje, van Ton en Tineke tot De Marsupilami en van Robbedoes en Kwabbernoot tot Zwartkijken; al zijn stripcreaties passeren de revue. De samenstellers Jean-Luc Cambier en Eric Verhoest leiden de lezer met behulp van een regiment aan citaten van Franquin uit vele interviews door een elftal thema’s heen. Een rode draad is zijn gemoedstoestand. De tekenaar verkeerde namelijk grote delen van zijn stripleven in een staat van onvrede. Hij zocht naar een manier waarop hij zich werkelijk kon laten gelden. Franquin richt zich aanvankelijk op de humorreeks Robbedoes en Kwabbernoot, maar komt tot de conclusie dat Guust hem meer mogelijkheden tot (zelf)expressie biedt. Guust is zoals Franquin had willen zijn. Meerdere malen blijkt dat Franquin geen fijne jeugd heeft gehad; hij zet zich er met kracht tegen af. Een andere manier om zijn gevoelens te uiten waren de illustraties die hij eerst voor Le Trombone Illustré en later voor Fluide Glacial van zijn vriend Marcel Gotlib maakte. Het leidde tot de gitzwarte grappen die wij kennen uit Zwartkijken. Het boek biedt een boeiend kijkspel. Naast de vele illustraties worden ook de Flaterfoon, de Zwendelmobiel of de Kwabberhefschroef, de voor de gelijknamige expositie op ware grootte nagebouwde prachtige replica's, afgebeeld. Ook zijn voorliefde voor snelle en fraai vormgegeven auto's, waarvoor hij inspiratie opdeed tijdens de Grand Prix van Francorchamps, komt langs. De Turbotractie is daarvan het meest sprekende voorbeeld. Uiteraard ontbreekt ook het geelzwarte vehikel niet waarmee Guust Flater de straten onveilig en agent Vondelaar bijkans gek maakt. De vrijheid waar Franquin zo naar op zoek was en de minachting van macht en het 'moeten' toont hij ultiem tijdens de parkeermeteroorlog die hij de twee laat uitvechten.
Eén ding ontbreekt aan dit boek: een thema 'interieur en meubilair', sla Ton en Tineke er nog maar eens op na.