Blemia Borowicz, een ambitieuze Hongaar die naam wil maken als fotograaf-verslaggever onder de naam Boro, heeft in 1932 in het bekende Parijse restaurant Closerie des Lilas een ontmoeting met vader Ettore en zoon Jean Bugatti. Hij krijgt het van ze gedaan dat ze hem een van hun beroemdste auto's uitlenen.
Boro rijdt met chauffeur Scipio in een Bugatti type 41, oftewel de Royale, naar München om zijn nicht en jeugdliefde Maryika Vremler op te zoeken. Maryika is een opkomende filmster en is door een Duitse regisseur waar zij veel respect voor heeft naar Duitsland gehaald om een rol te spelen in de film 'Sjanghai Lily'. Zij schrikt erg van de politieke situatie in het land waar het nationaal-socialisme steeds meer aanhangers krijgt.
Boro en Mariyka beleven twee hectische dagen die gevuld worden met verwikkelingen in het hotel, foto-sessies, flirtpartijen en straatrellen. De straatarme Boro krijgt van Mariyka een Leica. Als hij het fototoestel uitprobeert fotografeert hij, tegen diens zin, een man die een hele grote rol in Duitsland zal gaan spelen.
Het eerste deel van De avonturen van Boro bevat interessante aanzetten voor de ontwikkeling van het verhaal in verdere delen. Ik hoop persoonlijk dat ook de held daarbij een ontwikkeling doormaakt, want tot nu toe vind ik het een tamelijk onuitstaanbare, met zichzelf ingenomen opschepper.
Het verhaal van Dan Franck en Jean Vautrin is goed getekend door Marc Veber, in een realistische stijl en de platen zijn met mooie stemmige tinten ingekleurd. De magie van de Bugatti Royale komt wat minder uit de verf. Dat wonder van techniek en esthetisch genot is tot nu toe op de gevoelige plaat beter vastgelegd.