Na de successen van A hard days night en Help! lag een derde Beatles-bioscoopfilm voor de hand. De groep had echter geen zin en tijd om speciaal daarvoor nieuw materiaal te schrijven of langdurig met filmopnamen bezig te zijn. Manager Brian Epstein besloot daarom dat het volgende Beatles-filmproject een tekenfilm moest zijn, waarin bestaand Beatles-repertoire gebruikt werd. Er werden nummers van de voorgaande drie elpees geselecteerd, en The Beatles zelf werkten nog een paar afgevallen concepten van de Sgt. Pepper-sessies uit tot complete arrangementen. Beatle-producer George Martin componeerde en arrangeerde wat algemene achtergrondmuziek, en dat moest dan de soundtrack zijn van het nieuwste Beatles-bioscoopproject. Lee Minoff schreef een simpel plot, en de studio van T.V.C. London ging onder leiding van regisseur George Dunning aan het tekenen. Al vroeg in 1968 was de film klaar, maar om marketingtechnische redenen verscheen Yellow Submarine pas in januari 1969 in de bioscoop. Dat beloofde allemaal niet veel goeds; dat moest haast wel een slap staaltje commerciële uitbuiting zijn - The Beatles als product. En hoewel dat laatste ontegenzeggelijk waar is, bleek het resultaat, tegen alle verwachtingen in, verbluffend. Na vele jaren van (door juridische redenen veroorzaakte) onzichtbaarheid is de film recentelijk geheel gedigitaliseerd, geremasterd en uitgebreid, en opnieuw uitgebracht. Terecht! Yellow Submarine is namelijk een unieke animatiefilm, die ook na dertig jaar nog niets van zijn frisheid heeft verloren. En dat is bijzonder, want de film is onmiskenbaar een jaren-zestigproduct. Maar het geheel is zo gefocust op de kleurrijkheid, de humor en de ongebreidelde fantasie van die periode, dat je zelfs het grondig achterhaalde axioma All You Need Is Love binnen het kader van de film zonder de bijna verplichte meewarigheid kunt accepteren. De film vertelt het verhaal van The Beatles die Pepperland er weer bovenop helpen nadat dit onder de voet is gelopen door Blue Meanies, die alle kleur, vrolijkheid en vooral muziek hebben uitgebannen. Een flink deel van de film wordt besteed aan de reis (per onderzeeër) naar Pepperland langs uiteenlopende onderzeese gebieden met wonderlijke bewoners en gevaren. Dit verhaal wordt min of meer verteld in de vorm van een reeks videoclips op Beatles-songs, omzoomd door maffe dialogen vol laconieke grapjes en citaten uit andere nummers uit het repertoire. Inmiddels trekt een continue stroom van bizarre landschappen en krankzinnige figuren voorbij, die zo inventief en origineel zijn, dat ze je tot het eind blijven verrassen. De animatie zelf is ook uniek: gebaseerd op Pop Art, hebben de makers een heel eigen animatievorm ontwikkeld, die enerzijds heel consequent oogt, maar anderzijds zoveel verschillende technieken uit de kast trekt om uiteenlopende effecten te bereiken, dat je je ogen uitkijkt, zelfs na zoveel jaren beeldbarrages van televisie en videoclips. Voeg daarbij de tijdloze Beatles-muziek (inclusief het uit de eerste release gesneden John Lennon-pareltje Hey Bulldog), en voor de fans nog een kort live-optreden van de Fab Four zelf als afsluiting van de film, en je hebt een lust voor oog en oor. Nog steeds een meesterwerk.