Er heerst onrust in Nederland. De multiculturele samenleving, geconfronteerd met ontwikkelingen als individualisering en globalisering, is driftig op zoek naar de Nederlandse identiteit. Menigeen meent daarbij houvast te vinden in het vaderlands verleden. De instelling van een officiële commissie onder leiding van professor Frits van Oostrom kwam voort uit de genoemde onrust. Het rapport van de commissie - een heuse canon van Nederlandse geschiedenis - werd vanaf oktober 2006 dan ook verwelkomd als bijdrage aan de nationale saamhorigheid, al zien sommigen het als achterhaald patriottisme.
De canon van vijftig 'vensters' (hoogtepunten), van hunebedden tot Europese eenwording, bracht ook de makers van Fokke en Sukke in beweging. Het resultaat van hun inspanningen verscheen bij Catullus, de nieuwe uitgeverij van Jean-Marc van Tol, in boekvorm. En onze gevederde vrienden stellen de lezer ook ditmaal niet teleur. De Nederlandse onzekerheid die ten grondslag ligt aan de recente canondrift klinkt ook hierin door, maar wordt op vertrouwde wijze op de hak genomen. Dat blijkt onder meer in twee subtiele verwijzingen naar (haarkleur en uitspraak van) Geert Wilders.
Alle vensters, ook de vensters die weinig trots zullen oproepen zoals het Nederlandse aandeel in de slavernij en het falen in Srebrenica, passeren de revue in één of meer prenten. Van politieke correctheid hebben makers John Reid, Bastiaan Geleijnse en Jean-Marc van Tol nog steeds weinig last en dat resulteert over het algemeen in geslaagde grappen. Daarin wordt zelden het heden buiten beschouwing gelaten. Juist in de hedendaagse interpretatie van (en aanvulling op) het verleden schuilt de kracht van hun humor. Dat heeft vermoedelijk het neveneffect, zoals voorwoordschrijver Van Oostrom terecht opmerkt, dat deze cartoons snel gedateerd kunnen raken. Maar het tijdsbeeld dat ontstaat uit de aangenaam luchtige omgang met het verleden is scherp en vermakelijk.
Een deel van de grappen is slechts begrijpelijk voor wie voldoende kennis van het verleden heeft. Of de lezer die de betekenis ontgaat zal trachten zijn historisch besef alsnog op te krikken is de vraag. Voorzover het onderwijs de canon zal benutten als kapstok voor historische kennis, biedt deze bundeling zeker mogelijkheden. Een selectie van de afbeeldingen is voor onderwijsdoeleinden beschikbaar gesteld via de website van zowel de uitgever als de canoncommissie. Dat laatste zou de schijn kunnen wekken dat Fokke en Sukke ingepalmd zijn door het politieke en wetenschappelijke establishment, maar wie doordrongen is van de eigenzinnigheid van de eend en kanarie in kwestie weet beter dan dat.