Uitgeverij Silvester heeft de lancering van Peer de plintkabouter slim aangepakt. Bij aanschaf van dit eerste album - Peer de plintkabouter heeft ballen - krijgt de koper een mini-album van het inmiddels erg populaire Dirkjan cadeau. Gezien de moeizame relatie die Dirkjan er met kabouters op na houdt, is dit vragen om problemen. Mark Retera's mini-album is een samenraapsel van verschillende soorten grappen. Sommige zijn rechttoe-rechtaan verteld en strak getekend, andere hebben een meer experimentele opzet en uitvoering. Dit gebrek aan inconsistentie zou als storend ervaren kunnen worden, maar het geheel wordt bijeengehouden door het sterke karakter van de hoofdfiguur. De experimenten van Retera pakken bovendien hier en daar verrassend goed uit. Zestien minipagina's Dirkjan zijn voldoende om Peer de plintkabouter het onderspit te laten delven. De grappen van Anton Damen en Marq van Broekhoven zijn te vaak te flauw om nog leuk te zijn en het tekenwerk is weinig bijzonder om niet te zeggen knullig. Voor een album met meer dan tweehonderd stroken is een krachtige hoofdpersoon onmisbaar. Peer de plintkabouter is in de eerste plaats een spreekbuis voor de grappen, een eigen persoonlijkheid heeft hij nauwelijks. De conclusie is dan ook voor de hand liggend en onontkoombaar: Peer de plintkabouter heeft géén ballen.