Bestaat er zoiets als een boek dat te luxe is uitgegeven? Een vriend van mij is toneelregisseur. Hij deed een keer een project met een groep jonge acteurs om zes grote stukken uit de wereldliteratuur te spelen met steeds maar twee weken repetitie. Op de avond voor de première van het vierde stuk heeft hij persoonlijk het decor gesloopt omdat het te mooi was. Tegen een te mooi afgewerkt decor zouden de prestaties van de acteurs te amateuristisch lijken. Iets soortgelijks is aan de hand met Boumaars heruitgave van een aantal van Georges Mazure’s minder bekende stripseries uit de jaren 1954/1972. In drie prachtige banden van 64 pagina’s worden we getrakteerd op een drietal pulp-achtige creaties van Alfred Mazure's minder bekende broer. In Stripschrift 383 is ruim aandacht besteed aan deze tekenaar, die voornamelijk als illustrator werkte, maar ook af en toe een zijstapje maakte naar het stripverhaal. Meestal waren die zijstapjes kort, maar de soepelheid van zijn stijl verraadde een grote bekendheid en misschien zelfs wel genegenheid voor het genre. Elk van de drie delen beslaat een ander decennium. Deel 3 de pulp-achtige avonturen van Dolf Staal, een soort kruising tussen Dick Bos en Bob Evers. De tekeningen zijn primitief, maar raak. En eigenlijk best wel een beetje gewaagd voor een serie verhalen die als promotiemateriaal voor supermarktketen Spar werden gemaakt. Deel 2, het meest bevredigende van de reeks, is een verstripping van een verhaal van Pelham Grenville Wodehouse - Laat 't maar aan Psmith over! - en verscheen in 1961 als krantenstrip in Rotterdams Nieuwsblad. Deel 1 is een bundeling van de in 1972 voor uitgeverij Classics gemaakte pocketstripreeks Don O'Kay. Waarom de deeltjes chronologisch achteruit lopen is mij een raadsel, vooral ook omdat het lijkt alsof de drie voorwoorden ook achteruit gelezen moeten worden.
De verhalen zijn zeer vermakelijk op een soort pulp-niveau. Detectives, ontvoerde dames en meer van dat soort verwikkelingen. Zo worden ze tegenwoordig niet meer gemaakt, zullen we maar zeggen. De tekenstijl van Mazure is indrukwekkend, maar altijd gehaast. Je vraagt je af wat hij had kunnen doen met iets meer tijd en betere verhalen. Net als de stijl van z’n broer heeft het iets Engels en dat is zeker geen belediging. Bij de latere verhalen wordt het af en toe iets te gemaniëreerd en lijkt het eerder of we te doen hebben met een tweederangs Spaanse tekenaar. Een serie voor de verzamelaars, dus? Maar die hebben het meeste waarschijnlijk al in hun kast staan. Op deze manier uitgegeven blijft het ieder geval nog een paar jaartjes voor het nageslacht bewaard.
N.B. Psmith !!! Dolf Staal !!