Het eerste deel van Het bloed van de Porhyres wijst erop dat het hier om een heerlijk ouderwetse strip gaat, in de beste zin van het woord. Dus: een romantisch en dramatisch, historisch verhaal over de inwoners van een dorp aan de rotsige kust van Bretagne eind achttiende eeuw die naast hun karig inkomen uit de visserij soms iets extra’s verdienen met strandjutten, tenminste als ze hun vondsten verborgen kunnen houden voor de dorpspastoor.
Yannick le Pennetier (Yann) heeft, dit keer onder zijn pseudoniem Balac, een begin gemaakt van wat belooft een lekker spannend, gedegen in elkaar gestoken verhaal te worden. Daardoor geïnspireerd leeft de tekenaar Joël Parnotte zich uit in fraai gestileerde, levendige tekeningen, die in de verte aan het werk van François Bourgeon (Kinderen van de wind, De cyclus van Cyann) doen denken. Het is heerlijk om een tekenaar aan het werk te zien, die de technische problemen van perspectief en anatomische houdingen goed beheerst en dat graag laat zien. De heldere krachtige inkleuring draagt bij aan de kwaliteit van de strip, waarvan in ieder geval de eerste episode, genoemd naar een van de avontuurlijke hoofdpersonen, de jonge garnalenvangster Soizik, leest als een trein.