Op 20 oktober 2007 is het weer zo ver. Op die dag zullen honderden tekenaars in tientallen landen zwoegend en zwetend achter hun tekentafel of computer in stripwinkels, scholen, bibliotheken of andere plaatsen en online op het internet in 24 uur proberen een beeldverhaal van 24 pagina’s te maken. Initiatiefnemer van 24 Hour Comics Day is de Amerikaanse striptekenaar en -theoreticus Scott McCloud (www.scottmccloud.com). Op www.24hourcomics.com staat een stortvloed aan informatie over dit evenement dat op 24 april 2004 voor het eerst werd georganiseerd.
Ook in Nederland is het idee aangeslagen. In april 2005 tekenden zeven stripmakers, waaronder Flo, Tommy A. en Jean-Marc van Tol in stripgalerie Lambiek in Amsterdam. Verleden jaar oktober werd het evenement herhaald, waarbij ook in het Nederlands Stripmuseum in Groningen werd getekend. Bovendien werd er online getekend, bij voorbeeld door tekenaar René van Densen die in 2004 al aan de eerste editie deelnam. Bij Lambiek waren er in 2006 maar liefst 24 tekenaars actief, waarbij de liefhebbers de resultaten konden volgen via de website van de stripgalerie.
Twaalf van de deelnemers hebben toestemming gegeven om hun bijdrage af te drukken in de bundeling Amsterdam 24 Hour Comics Day 2006 die recent verscheen in oplage van slechts 200 exemplaren. Gelet op de stringente omstandigheden waarin het werk tot stand is gekomen, overheerst bij het lezen een algemeen gevoel van bewondering. Daarbij valt op dat de er ruwweg twee categorieën zijn te onderscheiden: verhalen waarin de contacten tussen de tekenaars onderling en de stress door de tijdslimiet een rol spelen naast ‘losstaande’ fantasieverhalen waarin het het fenomeen 24-uurs comic helemaal geen rol speelt. Persoonlijk heb ik me het meest geamuseerd met de woordloze, tamelijk absurde verhalen van Aleks, Mattt Baay en Sam Peeters, en met het autobiografische verhaal van Tita. Maar ook het tekenwerk van Aimée de Jongh, Sandra Kleine Staarman en Marlin van Soest is, gezien de toegestane tijd, indrukwekkend.
Helaas ontbreken in de bundeling begeleidende biografische gegevens van de tekenaars of verwijzingen naar hun websites. En de inleiding, waarin vooral de sponsors uitvoerig worden bedankt, had wat mij betreft ook wel wat uitvoeriger gemogen.