Begin oktober was Brussel in rep en roer: de politie had in het Dudenpark een romp en twee dijbenen gevonden, vergezeld door twee briefjes met de Japanse tekst 'Watashi wa Kira dess’ (‘Ik ben Kira’). Een glasheldere verwijzing naar de populaire manga Death note, dus vroegen de media zich direct af of hier sprake was van een psychopaat die zich door deze Japanse beeldverhalen liet inspireren. Wie weet.
Death note is al sinds 2003 een miljoenensucces in Japan en verschijnt vanaf 2007 ook in Nederlandse vertaling. In deze manga vallen doden bij bosjes, maar op beduidend minder plastische wijze dan het gemuteerde lijk in Brussel. Uitgangspunt is het dodenboekje dat de shinigami (dodengod) Ryuk verloren is in de wereld der levenden en dat in handen valt van de briljante scholier Light Yagami. Door namen van mensen die hij van gezicht kent in dit boekje op te schrijven kan Light deze personen doden, zo merkt hij tot zijn eigen verbijstering.
Vanaf dat moment groeit de strip uit tot een fascinerend psychologisch experiment: Light gaat zijn nieuw verkregen macht gebruiken om af te rekenen met misdadigers. Al gauw ontdekt de politie het seriekarakter van deze moorden-op-afstand en wordt crimefighter L. ingeschakeld. Hoewel Light ingenieuze tactieken toepast, weet L. steeds beter uit te filteren waar de moordenaar vandaan komt. Zowel Lights moorden als L.’s zoektocht naar hem worden dusdanig spannend uitgewerkt dat je als lezer helemaal wordt meegezogen in Death note. Het net sluit zich langzaam rond Light, die ondanks alles een opmerkelijk sympathieke hoofdpersoon blijft. Na deze twee deeltjes van elk tweehonderd pagina’s snak je alweer naar het derde deel.
Het aantrekkelijke van deze manga is de dynamische vertelvorm. Het slim doordachte scenario van Tsugumi Ohba wordt bovendien uitstekend ondersteund door het effectieve tekenwerk van Takeshi Obata.
Irritant is soms wel de naïviteit van veel bijpersonen, die met hun gedrag bovenmatig contrasteren met de twee jonge superslimme hoofdfiguren. Ook dodengod Ryuk blijkt niet altijd even snugger. Wat verder bevreemdt is dat uitgeverij Kana de boekjes niet gewoon spiegelt, want van achter naar voren (en van rechts naar links) lezen vergt wel enige gewenning. Wie louter manga leest is er snel aan gewend, maar wie manga afwisselt met westerse strips raakt geregeld in verwarring. Liever word ik door het verhaal op het verkeerde been gezet.