Is de rock 'n roll dood? Die vraag stelt striptekenaar Bert Bleek zichzelf in zijn debuutalbum My rock 'n roll boogie. Aanvankelijk was dit een uitgave in eigen beheer, verschenen in 2001 met een oplage van honderdvijftig stuks, maar inmiddels heeft uitgeverij Oog & Blik voor een heruitgave gezorgd. Dit bredere bereik is verdiend, want Bleek is een heel behoorlijk tekenaar. Wel is de invloed van Peter Pontiac enorm, zowel qua tekenstijl en lettering als qua onderwerp. Bleek is echt een Pontiac-adept, die zich net als zijn voorbeeld uitdrukt in Engelstalige oneliners uit popliedjes. Dat komt goed uit, want My rock 'n roll boogie is een zoektocht naar het voortbestaan van deze muziekstroming. Tijdens een avondje stappen stoort de vetgekuifde rocker Jon Casual zich dusdanig aan de dominantie van housemuziek, dat hij wordt meegenomen op een tijdreis naar de oorsprong van de rock 'n roll. Vervolgens kiepert Bleek een hele bootlading artiesten over de lezer uit, variërend van de oude garde (Elvis Presley, Carl Perkins, Rufus Thomas, The Ramones, The Cramps, AC/DC tot de nieuwe rockgeneratie (Beck, Lo-Lite, The Jon Spencer Blues Explosion en zelfs Marilyn Manson). Kennis van al die artiesten is geen overbodige luxe, want Bleek citeert er lustig op los uit hun liedjes. Irritant daarbij is dat de Engelse teksten in de balloons a la Haagse Harry op fonetische wijze zijn opgeschreven, wat het lezen danig bemoeilijkt. Maar hoe zit het nou met die rock 'n roll? Tegen het einde van het boek vult Bleek een hele pagina met een uitgeschreven conclusie, die er op neerkomt dat hij het zelf eigenlijk ook niet weet. Tja... My rock 'n roll boogie is een amusante collage, zoals Pontiac ze ook wel maakt, maar schiet inhoudelijk als album tekort. Desondanks blijkt Bert Bleek een veelbelovend talent.