Simon Spruyt snijdt in De furox een pijnlijk thema aan: het zuiveren van joodse wetenschappers aan Duitse universiteiten aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Het gevolg: een wetenschappelijke diaspora, waarbij veel geleerden de wijk nemen naar Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. De strip combineert deze zuivering echter met een humoristische verhaallijn over mythische wezens.
In dit eerste deel dient de joodse professor Spielspass de Universiteit van Ashaffenburg, waar hij verbonden is aan de faculteit cryptozoölogie (de 'tak van de biologie die wezens uit mythologie en folklore bestudeert'), te verlaten. Hij vertrekt naar New York. Zijn plek wordt ingenomen door de nazi-aanhanger, professor Marsmann. Marsmann, die een vampier als hulpje heeft, denkt dat Spielspass hem zal leiden naar een nog levende furox: een vuurspuwende draak die in handen van de nazi's een machtig wapen kan worden.
Na eerder met Fritz van den Heuvel het vrijblijvende De Bamburgers te hebben gemaakt, kiest Spruyt in zijn eerste eigen stripalbum met De furox voor een gewaagdere aanpak. Hij komt - door niet door te slaan naar lolligheid - ermee weg om aan de hand van een navrant en beladen onderwerp een spannende, maar lichtvoetige geschiedenis uit de doeken te doen.