Kunstenaars, schrijvers, politici, muzikanten... het zijn personen uit onze moderne geschiedenis die tot de verbeelding spreken. Zij vormen een grote inspiratiebron voor stripmakers en vaak met succes. Zo heeft de Rotterdamse vormgever annex striptekenaar Erik de Graaf zich ontfermd over het kunstenaarsbestaan van Piet Mondriaan (1872-1944). En hij had zich als designer dan ook geen betere schilder kunnen kiezen dan deze pionier van de abstracte en non-figuratieve kunst. Zijn stripbiografie Mondriaan - een betere wereld (inclusief een essay van expert Wietse Coppes) is dan ook een sterk staaltje vormgeving. Alles klopt eraan en alles staat in het teken van de stijl die zo past bij Mondriaan. Van titelpagina’s tot de strakke spreads. Alles ademt de kunstenaar in een stijl die De Graaf ook eigen is. Op een statige, stilistische en in een ietwat stijve manier van tekenen heeft hij een lijvig boekwerk gemaakt over het leven van deze beroemde schilder.
Maar er blijft verhaaltechnisch toch wel wat te wensen over. Misschien is de meer dan driehonderd pagina’s iets te veel van het goede. Het is ook niet duidelijk welke karakters de revue passeren. Misschien verwacht de stripmaker dat de lezer wel de nodige voorkennis heeft van de entourage rond Mondriaan. De Graaf geeft de bijfiguren een bepaalde stem maar laat deze niet echt leven.
Mondriaan woonde lange tijd in Parijs maar verhuisde vanwege de dreiging van een naderende Tweede Wereldoorlog eerst naar Londen in 1938 en daarna naar New York in 1940. Waar hij zichzelf weer opnieuw uitvond qua schilderstijl en daar zijn nooit voltooide Victory boogie woogie maakte. Toch komt die oorlogsdreiging niet echt naar boven in het verhaal. Ondanks in grijstinten getekende taferelen en de gesprekken tussen Mondriaan en zijn vrienden voel je als lezer niet echt de angst van oorlog en de urgentie waarom Mondriaan wilde vertrekken. Het blijft in deze getekende biografie allemaal iets te veel aan de oppervlakte.