In 2008 zit in een gevangenis in Montana een 57-jarige man. Hij is ex-bokser en ex-agent en is een jaar eerder gearresteerd voor het ombrengen van zijn zakenpartner Henry, die hij in stukken gezaagd zou hebben als wraak voor de moord op zijn vrouw Anne. Een andere partner, Sarah Crawford, zou het ook bij hem verbruid hebben. Zijn naam komen we (nog?) niet te weten. Beatriz Brennan is door de rechter aangesteld om een psychologisch rapport over hem op te maken. Mr. Nobody vertelt haar het verhaal over zijn leven dat eigenlijk ontspoorde doordat zijn broer omkwam in de Vietnamoorlog. Daarna ging hij inbraken plegen. Tijdens een inbraak wordt hij gearresteerd en door de FBI gechanteerd om te infiltreren in een kunststudentengroepje met wat radicaal linkse ideeën. Aan het eind van de sessie met Beatriz verklapt hij nog dat in een gestolen dossier een uitleg staat over hoe Texaanse miljardairs opdracht hebben gegeven voor de moord op J.F. Kennedy en hoe ze de man L.H. Oswald vonden om hem hier als moordenaar aan te linken.
Een vergelijking met Silence of the lambs is snel gelegd. Ook hier is sprake van een psychologisch spel tussen de jonge vrouwelijke onderzoeker en een moordenaar om puzzels van een verhaal te leggen. Alleen wat ik wel in dit verhaal mis, is de spanningsboog en het vertrouwen dat tussen die twee opgebouwd zou moeten worden. De moordenaar spuwt bij Beatriz zijn levensverhaal en alles waar hij mee zat er meteen uit.
Christian De Metter gebruikt voor deze vierdelige serie een wat rauwe opzet. Het lijkt alsof de contouren van achtergronden en personages heel licht zijn overgetrokken van foto’s, waarna schetsmatig de tekeningen zijn afgemaakt en ingekleurd. Hij weet er wel de juiste sfeer mee op te wekken.