Toen Willy Maltaite (bij een ieder bekend onder zijn pseudoniem Will) op 18 februari 2000 overleed, was dat een grote klap voor het Belgische beeldverhaal. Met ruim veertig albums van Baard en Kale achter zijn naam gold Will als een topauteur uit de stal van Dupuis, naast andere groten als Morris, André Franquin en Maurice Tillieux. Vlak voor zijn dood had hij net enkele pagina's afgerond van een nieuwe one-shot, op scenario van de jonge scenarist Rudi Miel. Eigenlijk begon hun samenwerking al in 1996, maar rond die tijd raakte Will depressief en schoof hij de albumproductie terzijde. Eind '99 hervond hij zijn 'legendarische optimisme en levenslust', zoals Miel het in zijn nawoord bij De boom van de twee lentes omschrijft. Verder dan vijf voltooide platen en één schetspagina kwam Will echter niet - hij overleed kortom in het harnas. Uit eerbetoon trommelde Miel negentien bevriende tekenaars op om het album af te maken: François Walthéry, Marc Wasterlain, René Hausman, Hermann, Stephan Colman, Michel Plessix, Franz, Batem, Jean Roba, Jean-Claude Fournier, Dany, Frank, Derib, Jean-Claude Mézières, Marc Hardy en (ter afsluiting) Wills eigen zoon Eric Maltaite. Een indrukwekkende lijst. Ondanks de zeer grote stijlverschillen is het alle auteurs gelukt om een totaalproduct te vervaardigen dat een waardige hommage is aan Will en zijn werk. Er is overduidelijk vooraf overlegd over een eenduidige weergave van de verschillende personages, terwijl er ook goed is nagedacht over welke auteur welke pagina's mocht tekenen. Zo kreeg Dany (Rooie oortjes) uiteraard de liefdesscène toebedeeld en mocht Frank (Zoo) zich uitleven op een totaalplaat van een tropische tuin. Overigens ademt het verhaal de serene sfeer die past bij een afscheidsboek: om het bouwvallige familiekasteel van de sloop te redden gaat Julien de Saint Rodrigue, laatste telg van een adellijke Bretonse familie, samen met zijn hondstrouwe butler Télésphore op zoek naar het kostbare zwaard van zijn voorvader Alexandre, een vooraanstaand plantkundige die in 1680 vermist raakte op zijn tocht naar het tropische eiland Rodrigue. Ter plaatse wordt Julien gegrepen door het mysterie. De tropische entourage leent zich voor veel grafische krachtpatserij, hetgeen de negentien tekenaars dan ook niet nalaten. Will had zich geen mooier eerbetoon kunnen wensen.