Uitgeverij Sanoma bracht begin dit jaar het 20e deel uit in de reeks De grappigste avonturen van Donald Duck, samengesteld uit Donald Duck-strips van telkens één auteur. Deel 17, gewijd aan werk van de Spaanse Tino Santanach Hernandez, bevat voornamelijk strips uit de periode 1990-2000. Hernandez (1951) wordt in het voorwoord al geïntroduceerd als een 'echte broodtekenaar', wat bij Disney niet zonder meer een negatief stempel hoeft te betekenen. Begonnen bij Studio Bardon en later werkend voor Tello in Barcelona (waar vele Disney-producties vandaan komen voor de Deense uitgever Gutenberghus) tekende Bardon al ruim 400 stripverhalen met vrijwel alle Disney-karakters. Bewonderenswaardig, maar beslist ook 'dertien-in-een-dozijn'.
Een interessantere 'broodtekenaar' is Tony Strobl in deeltje 18 (1915-1991), die samen met Superman-bedenkers Siegel en Shuster nog aan de academie studeerde. Strobl begon zijn carrière bij Disney als inbetweener en werkte aan Fantasia, Dombo en Pinocchio, maar was vanaf 1947 als striptekenaar exclusief verbonden aan uitgeverij Western Publishing. Strobl tekende soms tot vier pagina's op een dag en was één van de meest productieve Disney-studiotekenaars, maar hij werkte ook aan strips van Bugs Bunny en Woody Woodpecker. Strobl's tekenstijl is beslist herkenbaar, vooral voor die lezers die met deze strips groot zijn geworden in de jaren 1960 en 1970: de wat dunne snavels en scheelkijkende eenden zijn typisch Strobl, alhoewel in deze verzameling slechts vier lange verhalen zijn opgenomen die hoofdzakelijk recent zijn gepubliceerd: geen echte toevoeging voor de verzameling van de nostalgische liefhebber.
Deel 19 is een toevoeging aan deze reeks met werk van een jonge tekenaar, Wanda Gattino (1969). Gattino's werk heeft een echte Carl Barks-look, maar de echte kenner herkent de stijl en schwung van de in 2005 overleden Daniel Branca. Niet verbazingwekkend: Gattino begon in 1990 bij de Jaime Diaz Studio en maakte strips voor vele Disney-uitgaven, maar ook voor Warner, Hanna-Barbera en filmstrip-reeksen als Darkwing Duck en DuckTales. Gattino ging daarna in de leer bij Branca en tekent nu vanuit Spanje exclusief voor de Deense uitgever Egmont. Gattino lijkt soms wel de reïncarnatie van Branca: pagina's vol actie en zeer veel expressie in lichaamshouding en gezichtsuitdrukkingen. De verhalen zelf zijn niet altijd even opmerkelijk, maar Egmont weet blijkbaar goed wanneer een scenario in goede handen is bij Gattino.
Bij het 20e deel in deze reeks is het de beurt aan Paul Murry (1911-1989), een opmerkelijke èn aardige keus om in dit album enkele van zijn Donald Duck-verhalen te bundelen: de meeste lezers kennen Murry namelijk vooral van zijn vele Mickey Mouse-verhalen, die met name in de late jaren 1970 en begin jaren 1980 in Mickey Maandblad te lezen waren. Murry werkte vanaf 1946 bijna veertig jaar lang voor Western Publishing en tekende gewoon alles wat het label 'Disney' droeg. Al het Duck-werk van Murry in dit album komt uit de jaren 1950 en is op een enkele uitzondering na vanaf 1980 in Nederland gepubliceerd. Scenaristen zijn bij deze verhalen volstrekt onbekend, en Murry's versie van de Duck-familie is zeer herkenbaar als de 'bolle ogen/vette snavel'-variant. Leuk om ze weer eens te lezen, maar de typische Murry-schurken, vaak met lange snuiten en extravagante snorren onder foute petjes, doet toch sterk terugverlangen naar de exotische, avontuurlijke Mickey-verhalen.
Dat geldt eigenlijk voor veel van al deze broodtekenaars: de Murry's en Strobls van deze wereld verdienen misschien geen linnen kaft met leeslint in een cassette, maar 96 willekeurig gekozen pagina's onder het algemene label 'De grappigste avonturen van' doen deze vaak toch interessante tekenaars eigenlijk tekort. Laat staan de vele lezers voor wie dit werk tot op de dag van vandaag nog kwaliteit en amusement biedt... De frequentie van deze reeks (gemiddeld vier albums per jaar) helpt bovendien niet om wat extra kastruimte voor deze auteurs in te ruimen, en de gemiddelde supermarkt- en kiosk-koper zal die 'speciale tekenaar' geen zier interesseren. Maak dan iederéén blij: die oud-collega's van Tony Strobl, Siegel en Shuster hebben méér geluk bij DC Comics die 500 pagina's ouwe Superman-meuk in één dikke kaft propt voor minder dan $12 (Showcase presents). Weg met die traditionele, afgemeten stripboek-formats: we want more!
N.B. 19 + 20: !!!