Claymore volgt de geschiedenis van Eillen, geadopteerde dochter van de Schotse Lord Batherson. Deze vondelinge bezit magische, natuurlijke krachten die haar onder andere in staat stellen het weer te beïnvloeden en dieren aanhankelijk te maken. In dit tweede deel wordt ze verliefd op haar neef Gillander, die eigenlijk de natuurlijke zoon van haar adoptievader is. Als clanleider speelt Archibald Batherson een belangrijke rol in de Schotse onafhankelijkheidsstrijd. We worden met de vaart van een sneltrein door deze Engels-Schotse oorlog van 1745 gesleurd, waarbij de overgangen in de verhaallijn soms zo bruusk zijn, dat het geschiedkundige verloop onoverzichtelijk wordt. Na de bloedige nederlaag van het Schotse leger die het leven kost aan haar vader, wordt Eillen herenigd met de ridder-magiër Chevallier de Saint Germain. Deze was in het eerste deel de beschermer van Lord Batherson. Dankzij de chevallier kunnen Eilleen en Gillander de strijd ontvluchten en inschepen op een boot die hun naar andere landen en avonturen zal voeren. Doordat Maryse Ruellan (Nouwens) in dit deel naast de normale verhaallijn gans de oorlog wil afhandelen komt het geheel soms warrig over. Spijtig genoeg dragen ook de tekeningen van Erwin Sels hiertoe bij. Zijn houterige personages lopen continu met dezelfde gelaatsuitdrukkingen rond. Enkel bij het tekenen van de omgeving en de landschappen toont Sels af en toe momenten van inspiratie. Zijn reis naar Schotland zal hier waarschijnlijk sterk aan toe bijgedragen hebben. Terwijl het eerste deel nog verwachtingen opriep, is dit tweede deel eerder een rommelige magisch/historische strip, maar dankzij het open einde kunnen de auteurs met de volgende delen weer alle richtingen uit.