Het is ze gelukt. Journalist Claire Alet en striptekenaar Benjamin Adam komen met een innemende en prikkelende bewerking van het vuistdikke boek over historische en hedendaagse rechtvaardigingen voor ongelijkheid, geschreven door Thomas Piketty. Vertaler Toon Dohmen zette het om in soepel Nederlands.
Ze toveren een meeslepend familiedrama tevoorschijn. Dat vangt aan in 1901 met Jules Guérin, een steenrijke belegger die zich opwindt over belastinghervorming: 'Als we zo gaan beginnen.' Die vraag komt meermaals terug. Om het allemaal uit te leggen, grijpt de strip terug tot 1794. Om negen generaties later uit te monden bij zijn achterkleindochter annex Yale studente Léa, die zes voorstellen begeleidt en verduidelijkt, over kapitaal en over bezit, een ander Europa, democratie, gelijkheid, en - wederom - belastinghervorming.
Ondertussen pikt de lezer heel wat kennis op: over de driehoekshandel, de affaire Caillaux, overgangsrecht, de olifantcurve, de omkering van de opleidingscheidslijn (met passende voetnoot 'geen paniek', en al kost het een paar pagina's - het wordt écht duidelijk), en de fnuikende loonkloof tussen mannen en vrouwen.
Vanzelfsprekend is er veel aandacht voor de Franse insteek. Er is een spread van twee pagina's over de Franse koloniën. Er zijn cameo's van de economen Piketty en Julia Cage - zijn partner.
Alles houdt met elkaar verband en de strip flitst daarvoor hele wereld over, inhakend op de wereldhistorie, inclusief Trump, Brexit, en de Panama Papers. Het verhaal is tot in detail consistent: in één van de plaatjes tuurt Lea via - hoe kan het anders - webbrowser Firefox.
Het gaat exact diep genoeg, en de strip vindt een adequate balans tussen grafieken en onderhoudende stripfiguren. Het contrast en kleuren zijn hard, het past geweldig bij deze mix van uitleg en stripverhaal.
Het boek is op veel manieren te lezen. Van voor naar achter, maar, zo knap als het in elkaar zit, net zo makkelijk andersom. Of een hoofdstuk her en der; ofwel al bladerend op zoek naar het familiegeheim.