Recensies

Wie is de ware troonopvolger van Edgar P. Jacobs? Het zag er lange tijd na uit dat dit meesterscenarist Jean van Hamme zou zijn, die samen met tekenaar Ted Benoit het vorige Blake en Mortimer-verhaal De zaak Francis Blake voor zijn rekening nam. Dit was de allereerste strip van Blake en Mortimer die niet uit de koker van Jacobs kwam. Maar Van Hamme is van de troon gestoten door een debutant: Yves Sente, hoofdredacteur bij Lombard, die zijn anoniem ingeleverde scenario uitgewerkt zag worden tot Het Voronov-complot. De Belg Sente hoorde eind 1997 van de plannen van uitgeverij Dargaud om een tweede ploeg aan Blake en Mortimer te laten werken, omdat Benoit heel veel tijd nodig heeft om het nieuwe verhaal van Van Hamme (L'étrange Rendez-Vous) uit te werken. Hij greep zijn kans. Waar Van Hamme in De zaak Francis Blake een uitgekauwd thema - Blake die expres de verdenking van mol op zich neemt om de echte dubbelspeler in de Britse contraspionagedienst MI5 uit de tent te lokken - niet tot leven weet te brengen, levert Sente met Het Voronov-complot wel goed werk af. Tezamen met de strakke klare lijn van de Franse tekenaar André Juillard (De 7 levens van de sperwer, Het dagboek) en de retro-inkleuring van Didier Convard (Kapitein Sabel, Sneeuw) kan de Blake en Mortimer-fan na een aantal mindere albums zijn hart weer ophalen aan een doortimmerd avontuur van het illustere Britse duo. Het Voronov-complot speelt zich in af 1957. Het begint met de mislukte lancering van een raket vanaf een ruimtevaartbasis in de toenmalige Sovjet-staat Kazachstan. De raket wordt geraakt door een meteoriet, valt terug op de aarde en blijkt een dodelijke bacterie uit de ruimte opgepikt te hebben. Doctor Voronov, hoofd van de KGB-afdeling van de basis, ontfermt zich in het geniep over de bacterie. Hij bedenkt een sinister plan om de Sovjetleiders, die de Stalinistische lijn hebben laten vieren, uit te schakelen en de macht te grijpen. Blake en Mortimer krijgen de opdracht een monster van deze zogenoemde Z-bacterie uit de Sovjet-Unie te smokkelen, waarmee een vaccin ontwikkeld kan worden. Daarbij stuiten ze natuurlijk op aartsvijand Olrik, alias de KGB-kolonel Ilkor. Sente weet van dit gegeven een pakkende spionagezaak te maken, geïnspireerd door het werk van auteurs als John Ie Carré, Frederick Forsythe en Tom Clancy. Hij heeft zich uitstekend gedocumenteerd, wat onder meer blijkt uit de vondst om de zeldzame erfelijke aandoening sikkelcel-anemie een sleutelrol te geven. Het enige minpunt is de soms te grote hoeveelheid tekst die de vaart uit de vertelling haalt. Afgezien daarvan toont Het Voronov-complot aan dat een klassieke serie in leven gehouden kan worden, nadat de schepper ervan is overleden. Het wachten is nu nog op het duo Van Hamme/Benoit.