In hun doorwrochte Duistere Steden-cyclus hebben François Schuiten en Benoît Peeters enkele intriges neergezet die nog altijd staan als een huis. Wat te denken van de open kubus die Eugen Robick op zijn bureau legt, waarna dit kleinood groeistuipen krijgt en de gehele stad Urbicande overwoekert. Of neem nou de stad Samaris, die niet meer blijkt te zijn dan een façade van frontgevels. Het zijn stripklassiekers geworden met een beklemming die bij de auteurs een voorliefde voor het werk van Franz Kafka doet vermoeden. De hoofdpersonen zijn zonder uitzondering einzelgängers die door een vreemde omstandigheid het spoor van hun eigen leven kwijtraken. Dit bleek een terugkerend thema in alle verhalen omtrent de Duistere Steden, maar jammer genoeg is dat ten koste gegaan van het verrassingseffect. De schaduw van een man, het meest recente deel uit de cyclus, lijdt daar heel sterk onder. Het draait in dit album allemaal om Albert Chamisso, een rechtlijnige verzekeringsagent die van het ene op het andere moment blijkt te beschikken over een schaduw in full-colour. Net als de in een kever veranderde Gregor Samsa wordt Albert vanaf dat moment als een paria behandeld. Hij verliest zijn baan en raakt aan lager wal. uitgegeven wordt door de makers vrij obligaat uitgewerkt. Helemaal mis gaat het met het einde, waarin Albert zijn 'handicap' ten goede weet aan te wenden en gelukkig wordt met een nieuwe vriendin. Een happy end dus, waarmee Kafka genadeloos wordt ingeruild voor Hollywood. Het haalt de angel uit het verhaal en laat de lezer onbevredigd achter. Het afgewogen tekenwerk van Schuiten kan de malaise niet keren. Sterker nog: zelfs de tekeningen missen de scherpte en de bezieling die de eerste albums uit deze cyclus zo onweerstaanbaar maakten.