Hoewel stripmaker Zep zijn doorbraak dankt aan de kinderstrip Titeuf, heeft hij ook persoonlijker werk op zijn naam staan. Geen psychologiserende zielen roerselen, maar gewoon aandoenlijke observaties, die de auteur kwijt kan in de Dupuis-collectie Vrolijke vlucht. Enkele jaren geleden presenteerde hij zichzelf als onhandige puber in Vrouwen met pit, waarin (uiteraard) de liefde en het versieren centraal stonden. Nu duikt Zep in de wereld die popmuziek heet. Als fervent concertganger put hij hierbij uit een rijke ervaring. Zijn pseudoniem is ook afkomstig uit het genre: Zep is een afgeleide van Led Zeppelin en was tevens de naam van het recalcitrante schoolkrantje waar de tekenaar ooit voor werkte (totdat het door de schooldirectie werd verboden). Van die recalcitrante inborst is betrekkelijk weinig overgebleven in Harde muziek en doffe ellende. Zeps ervaringen bij concerten zijn soms net zo herkenbaar als die van Barbara Stok in Barbaraal, maar blijven toch vaak wat braaf. Met name Zeps street credibility laat te wensen over: Bob Dylan en Neil Young zijn natuurlijk oké, maar waarom ook een (naakte!) Janet Jackson?