Een moordmysterie waarin de hoofdpersoon tot de laatste bladzijde vertwijfeld ronddoolt. Dat is zeer kort samengevat het eerste verhaal rond het Japanse meisje Oki. Oki is net twintig geworden als ze, na het dodelijk ongeluk van haar geliefde, vanuit Japan naar Frankrijk reist om daar als au-pair te gaan werken. Gelukkig hoeft ze niet op een baby te passen (iedereen weet hoe slecht dat kan aflopen) maar op een invalide professor. Deze geleerde is zozeer verlamd dat hij alleen nog maar met kleine vingerbewegingen via een toetsenbord kan communiceren. Een vergelijking met Stephen Hawking ligt voor de hand, maar deze overeenkomst is in het spannende verhaal niet storend. Het mysterie begint in het huis van de professor, dat verder bewoond wordt door zijn onsympathieke assistent en zijn trouwe huishoudster. Oki is ingehuurd om de geschriften van de professor te vertalen, maar daar komt weinig van. Overdag wordt ze aan het lijntje gehouden en 's nachts heeft ze vreemde dromen. Uiteindelijk wordt ze beschuldigd van moord, maar de politie-inspecteur, die net als Columbo quasi onnozel blijft doorbabbelen, heeft het goed met haar voor. Gaandeweg komen zowel Oki als de lezer aan de weet hoe de intrige in elkaar steekt. Het verhaal is boeiend, waarbij Oki's rouwproces om haar overleden vriend knap verweven wordt met haar kwetsbare positie als moordverdachte. De tekeningen zijn sfeervol en realistisch in de traditie van het weekblad Kuifje. Er is veel oog voor de achtergronden en de details. Het kleurgebruik is effectief; het benadrukt de verschillende scenes in het verhaal. De tekenaar van al dit moois is de in Kameroen geboren Erik Juszezak, bekend van onder andere de strip De erfgenamen. Scenarist Christian Godard heeft reeds lang zijn sporen verdiend. Misschien wordt Oki wel de vrouwelijke evenknie van diens stripfiguur Maarten Milaan: ook zij is een eenling en niet vanzelfsprekend de held. Het volgende verhaal zal leren of de makers deze typische sfeer kunnen vasthouden.