In dit korte verhaal bedrijft de tekenaar van Fokke & Sukke met succes het autobiografisme. Drinkend in een café met Pontiac, De Jager, Windig en De Jong, laat de jonge tekenaar zich aanvankelijk imponeren door hun cynisme, maar het bier (en een anekdote over de Frankfurter Buchmesse) verbroedert beide generaties. Uiteindelijk werd bij deze gelegenheid de groepsfoto gemaakt die kort daarna achterop de albums van de vijf auteurs opdook. Mede dankzij ingenieuze stijlcitaten (Bokkie, Heinz, Trondheim) en goedgelijkende karikaturen met dierengezichten zet Van Tol in minimaal ruimtebestek een verhaal neer van topklasse.